
Onderscheid moet zijn
Carnavalsordes uit de collectie Jean Meijntz
31 januari t/m 8 maart 2009
In het woelige feestgedruis van de carnavalsdagen sta je nauwelijks stil bij de herkomst van het feest, of de overblijfselen hiervan. Toch zijn deze nog volop aanwezig in het huidige carnaval; denk aan de carnavalsordes, de prins en zijn gevolg en natuurlijk de optocht. Vanaf 31 januari worden in Museum Het Domein de bijzondere carnavalsonderscheidingen van Jean Meijntz tentoongesteld.
Het carnavalsfeest, zoals we dit tegenwoordig in Limburg vieren, vindt zijn oorsprong in het Rijnlandse carnaval. De bakermat van het Rijnlandse carnaval is de stad Keulen. Bij de vormgeving van het feest in 1823 liet ‘der Festordnende Komitee’ zich door de geschiedenis, de literatuur en de politiek inspireren. Keulen was, na een jarenlange overheersing door de Fransen, sinds 1815 ingelijfd bij Pruisen. De carnavalsoptocht moest herinneren aan het glorierijke verleden van de stad. Daarbij namen ze de gelegenheid te baat om hun nieuwe overheersers, de Pruisen, op de hak te nemen. De soldaten die ‘Held Karneval’ vergezelden waren bedoeld als parodie op het Pruisisch militarisme. Ze maakten allerlei rare bewegingen. De carnavalsgroet is bijvoorbeeld een verbasterde militaire groet. Ook stonden de Pruisen bekend om hun lintjesregen. Reeds in 1830 droegen de leden van de carnavalsvereniging als herkenningsteken een soort militaire onderscheiding en kregen mensen die iets voor de vereniging gedaan hebben een orde.